(Psalmen 139:4) Als er nog geen woord op mijn tong is, zie, Heere! Gij weet het alles. |
(Psalmen 147:4) Hij telt het getal der sterren; Hij noemt ze allen bij namen. |
(Lukas 12:6) Worden niet vijf musjes verkocht voor twee penningskens? En niet een van die is voor God vergeten. Ja, ook de haren uws hoofds zijn alle geteld. Vreest dan niet; gij gaat vele musjes te boven. |
(Spreuken 15:3) De ogen des HEEREN zijn in alle plaatsen, beschouwende de kwaden en de goeden. |
(1 Koningen 8:39) Hoor Gij dan in den hemel, de vaste plaats Uwer woning, en vergeef, en doe, en geef een iegelijk naar al zijn wegen, gelijk Gij zijn hart kent; want Gij alleen kent het hart van alle kinderen der mensen; |
(1 Kronieken 28:9) ........ want de HEERE doorzoekt alle harten, en Hij verstaat al het gedichtsel der gedachten; |
(Jesaja 46:9) Gedenkt der vorige dingen van oude tijden af, dat Ik God ben, en er is geen God meer, en er is niet gelijk Ik; Die van den beginne aan verkondigt het einde, en van ouds af die dingen, die nog niet geschied zijn; |
(Jeremia 16:17) Want Mijn ogen zijn op al hun wegen; zij zijn voor Mijn aangezicht niet verborgen, noch hun ongerechtigheid verholen van voor Mijn ogen. |
(1 Petrus 1:20) Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil, |
(1 Johannes 3:20) Want indien ons hart ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen. |
(Handelingen 15:18) Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend. |
God zegt tegen Adam dat hij dezelfde dag nog zal sterven als hij van de boom der kennis des goeds en des kwaads eet ....... maar na van de betreffende boom gegeten te hebben wordt Adam toch nog meer dan 900 jaar.
(Genesis 2:17) Maar van den boom der kennis des goeds en des kwaads, daarvan zult gij niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven. |
VERSUS |
(Genesis 5:5) Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren , en dertig jaren; en hij stierf. |
Hoewel van de bijbelse God wordt gezegd dat Hij alwetend is was Hij bij Abraham blijkbaar toch niet helemaal zeker van Zijn zaak en vond Hij het nodig om Abraham op de proef te stellen door hem zijn eigen zoon (bijna) te laten slachten. Idem volk Israel.
(Genesis 22:12) Toen zeide Hij: Strek uw hand niet uit aan den jongen, en doe hem niets! want nu weet Ik, dat gij God vrezende zijt, en uw zoon, uw enige, van Mij niet hebt onthouden. |
(Deuteronomium 8:2) En gij zult gedenken aan al den weg, dien u den HEERE, uw God, deze veertig jaren in de woestijn geleid heeft; opdat Hij u verootmoedige, om u te verzoeken, om te weten, wat in uw hart was, of gij Zijn geboden zoudt houden, of niet. |
God weet niet hoeveel rechtvaardigen er zijn te vinden in Sodom en Gomorra en gaat persoonlijk op onderzoek uit om dat te weten te komen.
(Genesis 18:20-21) Voorts zeide de HEERE: Dewijl het geroep van Sodom en Gomorra groot is, en dewijl haar zonde zeer zwaar is, Zal Ik nu afgaan en bezien, of zij naar hun geroep, dat tot Mij gekomen is, het uiterste gedaan hebben, en zo niet, Ik zal het weten. |
God belooft aan David dat zijn koninkrijk zal bestaan tot in der eeuwigheid maar er zijn al eeuwen voorbij gegaan zonder een joodse koning op de troon laat staan een nakomeling van David.
(2 Samuel 7:13) Die zal Mijn Naam een huis bouwen; en Ik zal den stoel zijns koninkrijks bevestigen tot in eeuwigheid. |
(1 Kronieken 17:14) Doch uw huis zal bestendig zijn, en uw koninkrijk tot in eeuwigheid, voor uw aangezicht; uw stoel zal vast zijn tot in eeuwigheid. |
Kan een alwetend God zich over iets berouwen? Volgens Numeri 23:19 niet maar andere teksten zeggen dat dit wel degelijk het geval is.
(Numeri 23:19) God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens mensen kind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken? |
VERSUS |
(Genesis 6:6) Toen berouwde het den HEERE, dat Hij den mens op de aarde gemaakt had, en het smartte Hem aan Zijn hart. |
(Exodus 32:14) Toen berouwde het den HEERE over het kwaad, hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen. |
(Jeremia 18:7-8) In een ogenblik zal Ik spreken over een volk en over een koninkrijk, dat Ik het zal uitrukken, en afbreken, en verdoen; Maar indien datzelve volk, over hetwelk Ik zulks gesproken heb, zich van zijn boosheid bekeert, zo zal Ik berouw hebben over het kwaad, dat Ik hetzelve gedacht te doen. |
(1 Samuël 15:11) Het berouwt Mij, dat Ik Saul tot koning gemaakt heb, dewijl hij zich van achter Mij afgekeerd heeft, en Mijn woorden niet bevestigd heeft. |
(2 Samuel 24:15-16) Toen gaf de HEERE een pestilentie in Israel, van den morgen af tot den gezetten tijd toe; en er stierven van het volk, van Dan tot Ber-seba toe, zeventig duizend mannen. Toen nu de engel zijn hand uitstrekte over Jeruzalem, om haar te verderven, berouwde het den HEERE over dat kwaad, en Hij zeide tot den engel, die het verderf onder het volk maakte: Het is genoeg, trek uw hand nu af. |
(Jona 3:10) En God zag hun werken, dat zij zich bekeerden van hun bozen weg; en het berouwde God over het kwaad, dat Hij gesproken had hun te zullen doen, en Hij deed het niet. |
Kan een alwetend God van gedachten veranderen of tekenen van wispelturigheid vertonen?? Eerst mag Bileam niet vertrekken om een volk te gaan vervloeken, dan krijgt hij opdracht om te gaan en vervolgens ontsteekt God in toorn als hij dit bevel opvolgt.....
(Numeri 22:12) Toen zeide God tot Bileam: Gij zult met hen niet trekken; gij zult dat volk niet vloeken, want het is gezegend. |
(Numeri 22:20) God nu kwam tot Bileam des nachts, en zeide tot hem: Dewijl die mannen gekomen zijn, om u te roepen, sta op, ga met hen; en nochtans zult gij dat doen, hetwelk Ik tot u spreken zal. |
(Numeri 22:21-22) Toen stond Bileam des morgens op, en zadelde zijn ezelin, en hij trok heen met de vorsten van Moab. Doch de toorn van God werd ontstoken, omdat hij heentoog; |