Nog meer Geboden

Naast de zogenaamde "Tien Geboden" die God aan Mozes heeft gegeven zijn er maar liefst 613 geboden en verboden in de Bijbel te vinden. Gezien de vele doodstraffen en absurde bepalingen hebben christenen gelukkig besloten om zich hier maar niet al te letterlijk aan te houden.

(Exodus 21:15) Zo wie zijn vader of zijn moeder slaat, die zal zekerlijk gedood worden.
(Exodus 21:17) Wie ook zijn vader of zijn moeder vloekt, die zal zekerlijk gedood worden.
(Exodus 22:18) De toveres zult gij niet laten leven.
(Exodus 22:19) Al wie bij een beest ligt, die zal zekerlijk gedood worden.
(Leviticus 20:10) Een man ook, die met iemands huisvrouw overspel zal gedaan hebben, dewijl hij met zijns naasten vrouw overspel gedaan heeft, zal zekerlijk gedood worden, de overspeler en de overspeelster.
(Leviticus 20:13) Wanneer ook een man bij een manspersoon zal gelegen hebben, met vrouwelijke bijligging, zij hebben beiden een gruwel gedaan; zij zullen zekerlijk gedood worden; hun bloed is op hen!
(Leviticus 20:15-16) Daartoe als een man bij enig vee zal gelegen hebben, hij zal zekerlijk gedood worden; ook zult gijlieden het beest doden. Alzo wanneer een vrouw tot enig beest genaderd zal zijn, om daarmede te doen te hebben, zo zult gij die vrouw en dat beest doden; zij zullen zekerlijk gedood worden; hun bloed is op hen!
(Leviticus 20:18) En als een man bij een vrouw, die haar krankheid heeft, zal gelegen en haar schaamte ontdekt, haar fontein ontbloot, en zij zelve de fontein haars bloeds ontdekt zal hebben, zo zullen zij beiden uit het midden huns volks uitgeroeid worden.
(Leviticus 20:27) Als nu een man en vrouw in zich een waarzeggenden geest zal hebben, of een duivelskunstenaar zal zijn, zij zullen zekerlijk gedood worden; men zal hen met stenen stenigen; hun bloed is op hen.
(Leviticus 21:9) Als nu de dochter van enigen priester zal beginnen te hoereren, zij ontheiligt haar vader; met vuur zal zij verbrand worden.
(Leviticus 24:16) En wie den Naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zekerlijk gedood worden; de ganse vergadering zal hem zekerlijk stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd hebben, hij zal gedood worden.
(Exodus 31:14) Onderhoudt dan den sabbat, dewijl hij ulieden heilig is! Wie hem ontheiligt, zal zekerlijk gedood worden;
(Exodus 31:15) Wie op den sabbatdag arbeid doet, zal zekerlijk gedood worden.
(Deuteronomium 22:23-24) Wanneer er een jonge dochter zal zijn, die een maagd is, ondertrouwd aan een man, en een man haar in de stad zal gevonden, en bij haar gelegen hebben; Zo zult gij ze beiden uitbrengen tot de poort derzelver stad, en gij zult hen met stenen stenigen, dat zij sterven;
(Deuteronomium 13:6-9) Wanneer uw broeder, de zoon uwer moeder, of uw zoon, of uw dochter, of de vrouw van uw schoot, of uw vriend, die als uw ziel is, u zal aanporren in het heimelijke, zeggende: Laat ons gaan, en dienen andere goden, die gij niet gekend hebt, gij noch uw vaderen; .................. Maar gij zult hem zekerlijk doodslaan;
(Deuteronomium 21:18-21) Wanneer iemand een moedwilligen en wederspannigen zoon heeft, die de stem zijns vaders en de stem zijner moeder niet gehoorzaam is; en zij hem gekastijd zullen hebben, en hij naar hen niet horen zal, Zo zullen zijn vader en zijn moeder hem grijpen, en zij zullen hem uitbrengen tot de oudsten zijner stad, en tot de poorte zijner plaats. En zij zullen zeggen tot de oudsten zijner stad: Deze onze zoon is afwijkende en wederspannig, hij is onze stem niet gehoorzaam; hij is een brasser en zuiper. Dan zullen alle lieden zijner stad hem met stenen overwerpen, dat hij sterve;
(Leviticus 20:14) En wanneer een man een vrouw en haar moeder zal genomen hebben, het is een schandelijke daad; men zal hem, en diezelve met vuur verbranden, opdat geen schandelijke daad in het midden van u zij.
(Deuteronomium 22:20-21) Maar indien ditzelve woord waarachtig is, dat de maagdom aan de jonge dochter niet gevonden is; Zo zullen zij deze jonge dochter uitbrengen tot de deur van haars vaders huis, en de lieden harer stad zullen haar met stenen stenigen, dat zij sterve........

Nog meer al dan niet absurde geboden van God waaraan christenen zich niet houden.

(Exodus 34:25) Gij zult het bloed van Mijn slachtoffer niet offeren met gedesemd brood;
(Exodus 34:26) Gij zult het bokje in de melk zijner moeder niet koken.
(Deuteronomium 22:10) Gij zult niet ploegen met een os en met een ezel te gelijk.
(Deuteronomium 22:9) Gij zult uw wijngaard niet met tweeerlei bezaaien; opdat de volheid des zaads, dat gij zult gezaaid hebben, en de inkomst des wijngaards niet ontheiligd worde.
(Deuteronomium 22:11) Gij zult geen kleed van gemengde stof aantrekken, wollen en linnen te gelijk.
(Leviticus 19:27) Gij zult de hoeken uws hoofds niet rond afscheren; ook zult gij de hoeken uws baards niet verderven.
(Leviticus 21:5) Zij zullen op hun hoofd geen kaalheid maken, en zullen den hoek van hun baard niet afscheren, en in hun vlees zullen zij geen sneden snijden. 
(Deuteronomium 14:1)  Gijlieden zijt kinderen des HEEREN, uws Gods; gij zult uzelven niet snijden, noch kaalheid maken tussen uw ogen, over een dode.
(Numeri 15:38) Spreek tot de kinderen Israels, en zeg tot hen: Dat zij zich snoertjes maken aan de hoeken hunner klederen, bij hun geslachten; en op de snoertjes des hoeks zullen zij een hemelsblauwen draad zetten.
(Deuteronomium 14:10) Al wat in de wateren geen vinnen en schubben heeft, dat zal u een verfoeisel zijn.
(Deuteronomium 14:19) Ook al het kruipend gevogelte zal ulieden onrein zijn; zij zullen niet gegeten worden.
(Leviticus 11:4) Deze nochtans zult gij niet eten, van degenen, die alleen herkauwen, of de klauwen alleen verdelen: den kemel, want hij herkauwt wel, maar verdeelt den klauw niet; die zal u onrein zijn;
(Leviticus 19:26) Gij zult niets met het bloed eten.
(Deuteronomium 22:8) Wanneer gij een nieuw huis zult bouwen, zo zult gij op uw dak een leuning maken; opdat gij geen bloedschuld op uw huis legt, wanneer iemand, vallende, daarvan afviel.
(Deuteronomium 22:6) Wanneer voor uw aangezicht een vogelnest op den weg voorkomt, in enigen boom, of op de aarde, met jongen of eieren, en de moeder zittende op de jongen of op de eieren, zo zult gij de moeder met de jongen niet nemen.
(Deuteronomium 23:18) Gij zult geen hoerenloon noch hondenprijs in het huis des HEEREN, uws Gods, brengen, tot enige gelofte; want ook die beiden zijn den HEERE, uw God, een gruwel.
(Deuteronomium 23:2) Geen bastaard zal in de vergadering des HEEREN komen; zelfs zijn tiende geslacht zal in de vergadering des HEEREN niet komen.
(Deuteronomium 25:11) Wanneer mannen, de een met den ander, twisten, en de vrouw des enen toetreedt, om haar man uit de hand desgenen, die hem slaat, te redden, en haar hand uitstrekt, en zijn schamelheid aangrijpt; Zo zult gij haar hand afhouwen, uw oog zal niet verschonen.

Omdat de NT schrijvers wel door hadden dat al die joodse wetten niet bevorderlijk waren voor de verspreiding van het christendom hebben ze in de leer opgenomen dat de dood en opstanding van Jezus ons heeft ''vrijgemaakt'' van deze wetten:

(Romeinen 7:6) Maar nu zijn wij vrijgemaakt van de wet, overmits wij dien gestorven zijn, onder welken wij gehouden waren; alzo dat wij dienen in nieuwigheid des geestes, en niet in de oudheid der letter.

Dit is echter in tegenspraak met wat Jezus zelf over het houden van de wet zegt:

(Mattheüs 5:17-18) Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet een jota noch een tittel van de wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.