De Eindtijd
Het verloop van de Eindtijd en de Dag des Oordeels staat nergens precies beschreven in de Bijbel en biedt dus alle ruimte voor speculatie. Deze pagina is een poging om de belangrijkste teksten waarop de verschillende en elkaar tegensprekende interpretaties zijn gebaseerd te inventariseren.
- De Eindtijd
- Wat zijn de tekenen van de Eindtijd
- Is de Eindtijd al begonnen?
- Wanneer zal het einde daar zijn?
- Dag de Oordeels
- De Opname
- Het Duizendjarige Rijk
- De Antichrist
- De 144.000 uitverkorenen
- Het getal 666 van het beest
- Eindtijd voorspellingen/profetieen
- Voorbeeld 1: eindtijd berekening 1844
- Voorbeeld 2: eindtijd berekening 1914
1. De Eindtijd.
Het woord "eindtijd" komt als zodanig in de Bijbel niet voor maar wat er over het algemeen mee wordt bedoelt is de aanloop naar de dag waarop God een einde gaat maken aan het reilen en zeilen van de huidige wereld om daarna een oordeel te vellen over de levenden en de doden.
De aanloop naar dit einde wordt aangeduid met verschillende omschrijvingen als:
2. Wat zijn de tekenen van de Eindtijd.
Jezus geeft aan waaraan we kunnen zien dat de eindtijd daar is maar wat Hij zegt lijkt op iedere willekeurige periode van de geschiedenis toepasbaar.
(Mattheüs 24:3-8)
En als Hij op den Olijfberg gezeten was, gingen de discipelen tot Hem alleen, zeggende: Zeg ons, wanneer zullen deze dingen zijn, en welk zal het teken zijn van Uw toekomst, en van de voleinding der wereld?
En Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Ziet toe, dat u niemand verleide.
Want velen zullen komen onder Mijn Naam, zeggende: Ik ben de Christus; en zij zullen velen verleiden.
En gij zult horen van oorlogen, en geruchten van oorlogen; ziet toe, wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden, maar nog is het einde niet.
Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentien, en aardbevingen in verscheidene plaatsen.
Doch al die dingen zijn maar een beginsel der smarten. (Markus 13:4-8) (Lukas 21:7-11) |
Schrijvers van het NT wijzen op de volgende tekenen.
(1 Timotheüs 4:1)
Doch de Geest zegt duidelijk, dat in de laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, zich begevende tot verleidende geesten, en leringen der duivelen,
(2 Timotheüs 3:1) En weet dit, dat in de laatste dagen ontstaan zullen zware tijden. (2 Petrus 3:3) Dit eerst wetende, dat in het laatste der dagen spotters komen zullen, die naar hun eigen begeerlijkheden zullen wandelen, (Handelingen 2:20) De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat de grote en doorluchtige dag des Heeren komt. |
3. Is de Eindtijd al begonnen?
Volgens de volgende teksten kan deze vraag met een volmondig "JA" worden beantwoord. Met de Uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest is in gang gezet wat de profeet Joel honderden jaren eerder al voorspeld zou hebben.
(Joël 2:28-31)
En daarna zal het geschieden, dat Ik Mijn Geest zal uitgieten over alle vlees, en uw zonen en uw dochteren zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen, uw jongelingen zullen gezichten zien;
Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden, zal Ik in die dagen Mijn Geest uitgieten. En Ik zal wondertekenen geven in den hemel en op de aarde: bloed, en vuur, en rookpilaren. De zon zal veranderd worden in duisternis, en de maan in bloed, eer dat die grote en vreselijke dag des HEEREN komt. (Handelingen 2:17) En het zal zijn in de laatste dagen, (zegt God) Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en uw ouden zullen dromen dromen. |
Jezus sprak al tijdens de laatste dagen.
(Hebreeën 1:1) God, voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebbende door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon; |
Schrijvers van het NT beschrijven de tijd waarin zij leven als "de laatste dagen".
(Lukas 12:56)
Gij geveinsden, het aanschijn der aarde en des hemels weet gij te beproeven; en hoe beproeft gij dezen tijd niet?
(Jakobus 5:3) Uw goud en zilver is verroest; en hun roest zal u zijn tot een getuigenis, en zal uw vlees als een vuur verteren; gij hebt schatten vergaderd in de laatste dagen. (1 Petrus 1:20) Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil, (1 Johannes 2:18) Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is. (1 Korinthiërs 10:11) En deze dingen alle zijn hunlieden overkomen tot voorbeelden; en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden der eeuwen gekomen zijn. |
4. Wanneer zal het Einde daar zijn?
Al bijna tweeduizend jaar is men er al van overtuigd dat het einde nabij is.
(Lukas 21:31-32)
Alzo ook gij, wanneer gij deze dingen zult zien geschieden, zo weet, dat het Koninkrijk Gods nabij is.
Voorwaar Ik zeg u, dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan, totdat alles zal geschied zijn. (Mattheus 24:33-34) (Marcus 13:29-30) (1 Petrus 4:7) En het einde aller dingen is nabij; zijt dan nuchteren, en waakt in de gebeden. (Openbaring 1:3) Zalig is hij, die leest, en zijn zij, die horen de woorden dezer profetie, en die bewaren, hetgeen in dezelve geschreven is; want de tijd is nabij. (Openbaring 22:10) En hij zeide tot mij: Verzegel de woorden der profetie dezes boeks niet; want de tijd is nabij. |
Het einde zal onverwacht komen als een dief in de nacht.
(Mattheus 24:43-44)
Maar weet dit, dat zo de heer des huizes geweten had, in welke nachtwake de dief komen zou, hij zou gewaakt hebben, en zou zijn huis niet hebben laten doorgraven.
Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen.
(1 Thessalonicensen 5:2) Want gij weet zelven zeer wel, dat de dag des Heeren alzo zal komen, gelijk een dief in den nacht. (2 Petrus 3:10) Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden. |
Maar wanneer precies kan niemand weten.
(Marcus 13:31-32)
De hemel en de aarde zullen voorbijgaan; maar Mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan. Maar van dien dag en die ure weet niemand, noch de engelen, die in den hemel zijn, noch de Zoon, dan de Vader.
(Handelingen 1:7-8) Zij dan, die samengekomen waren, vraagden Hem, zeggende: Heere, zult Gij in dezen tijd aan Israël het Koninkrijk wederoprichten? En Hij zeide tot hen: Het komt u niet toe, te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft; |
Toch moeten we niet ons hoofd op hol laten brengen en denken dat het morgen al gaat gebeuren want het wachten is op de verschijning van de "zoon des verderfs" (=de antichrist). Die wordt nog ergens door tegengehouden.
(2 Thessalonicensen 2:2-8) Dat gij niet haastelijk bewogen wordt van verstand, of verschrikt, noch door geest, noch door woord, noch door zendbrief, als van ons geschreven, alsof de dag van Christus aanstaande ware. Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; ......En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat hij geopenbaard worde te zijner eigen tijd. Want de verborgenheid der ongerechtigheid wordt alrede gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij uit het midden zal weggedaan worden. En alsdan zal de ongerechtige geopenbaard worden, denwelken de Heere verdoen zal door den Geest Zijns monds, en te niet maken door de verschijning Zijner toekomst; |
Het einde zal pas komen als het evangelie onder alle volkeren gepredikt wordt.
(Mattheüs 24:14)
En dit Evangelie des Koninkrijks zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis allen volken; en dan zal het einde komen.
(Marcus 13:10) En het Evangelie moet eerst gepredikt worden onder al de volken. |
5. Dag des Oordeels.
De dag waarop het einde zal aanbreken wordt omschreven als:
- dag des Heeren
- dag des oordeels
- dag van Christus
- laatste dag/uiterste dag
- voleinding der wereld/eeuwen
- jongste dag
- het einde
(Mattheüs 13:39-40)
En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen.
Gelijkerwijs dan het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo zal het ook zijn in de voleinding dezer wereld.
(Mattheus 13:41-49) De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk vergaderen al de ergernissen, en degenen, die de ongerechtigheid doen; En zullen dezelve in den vurigen oven werpen; daar zal wening zijn en knersing der tanden. .......Alzo zal het in de voleinding der eeuwen wezen; de engelen zullen uitgaan, en de bozen uit het midden der rechtvaardigen afscheiden; (Openbaring 9:15-18) En de vier engelen zijn ontbonden geworden, welke bereid waren tegen de ure, en dag, en maand, en jaar, opdat zij het derde deel der mensen zouden doden. ...Door deze drie werd het derde deel der mensen gedood, namelijk door het vuur, en door den rook, en door het sulfer, dat uit hun monden uitging. |
Jezus helpt ook een handje als de engelen legers met de inmiddels sterk verouderde wapens zoals zwaarden en sikkels de mensheid gaan afslachten.
(Openbaringen 14:14-20)
En ik zag, en ziet, een witte wolk, en op de wolk was Een gezeten, des mensen Zoon gelijk, hebbende op Zijn hoofd een gouden kroon; en in Zijn hand een scherpe sikkel.
En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote stem tot Dengene, Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai; want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden. En Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid. En een andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel is, hebbende ook zelf een scherpe sikkel. En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht had over het vuur; en hij riep met een groot geroep, tot dengene, die de scherpe sikkel had, zeggende: Zend uw scherpe sikkel, en snijd af de druiftakken van den wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp. En de engel zond zijn sikkel op de aarde en sneed de druiven af van den wijngaard der aarde, en wierp ze in den groten wijnpersbak des toorns Gods. En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de tomen der paarden, duizend zeshonderd stadiën ver. (Openbaring 19:11-16) En ik zag den hemel geopend; en ziet, een wit paard, en Die op hetzelve zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid. En Zijn ogen waren als een vlam vuurs, en op Zijn hoofd waren vele koninklijke hoeden; en Hij had een naam geschreven, die niemand wist, dan Hij Zelf. En Hij was bekleed met een kleed, dat met bloed geverfd was; en Zijn naam wordt genoemd het Woord Gods. En de heirlegers in den hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed met wit en rein fijn lijnwaad. En uit Zijn mond ging een scherp zwaard, opdat Hij daarmede de heidenen slaan zou. En Hij zal hen hoeden met een ijzeren roede; en Hij treedt den wijnpersbak van den wijn des toorns en der gramschap des almachtigen Gods. En Hij heeft op Zijn kleed en op Zijn dij dezen Naam geschreven: Koning der koningen, en Heere der heren. |
6. De Opname
Volgens onderstaande teksten zal een selecte groep uitverkorenen op de dag des oordeels niet sterven maar rechtstreeks worden opgenomen in het Koninkrijk Gods.
(1 Thessalonicensen 4:16-17)
Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. (1 Korinthiërs 15:51-52) Ziet, ik zeg u een verborgenheid: wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden; In een punt des tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want de bazuin zal slaan, en de doden zullen onverderfelijk opgewekt worden, en wij zullen veranderd worden. (Johannes 14:2-3) In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen; anderszins zo zou Ik het u gezegd hebben; Ik ga heen om u plaats te bereiden. En zo wanneer Ik heen zal gegaan zijn, en u plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij nemen, opdat gij ook zijn moogt, waar Ik ben. (Mattheüs 24:31) En Hij zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste derzelve. |
7. Het Duizendjarige Rijk
Volgens het boek Openbaring worden eerst de martelaren opgewekt en die gaan dan vervolgens duizend jaar met Christus als Koning regeren. Pas als die duizend jaar voorbij zijn worden de overige doden opgewekt om geoordeeld te worden.
(Openbaring 20:4)
En ik zag tronen, en zij zaten op dezelve; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om de getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en deszelfs beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.
Maar de overigen der doden werden niet weder levend, totdat de duizend jaren geëindigd waren. Deze is de eerste opstanding. (Openbaring 20:6) Zalig en heilig is hij, die deel heeft in de eerste opstanding; over deze heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend jaren. (Openbaring 20:12-15) En ik zag de doden, klein en groot, staande voor God; en de boeken werden geopend; en een ander boek werd geopend, dat des levens is; en de doden werden geoordeeld uit hetgeen in de boeken geschreven was, naar hun werken. En de zee gaf de doden, die in haar waren; en de dood en de hel gaven de doden, die in hen waren; en zij werden geoordeeld, een iegelijk naar hun werken. En de dood en de hel werden geworpen in den poel des vuurs; dit is de tweede dood. En zo iemand niet gevonden werd geschreven in het boek des levens, die werd geworpen in den poel des vuurs. (1 Korinthiers 15:24-25) Daarna zal het einde zijn, wanneer Hij het Koninkrijk aan God en den Vader zal overgegeven hebben; wanneer Hij zal te niet gedaan hebben alle heerschappij, en alle macht en kracht. Want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden onder Zijn voeten zal gelegd hebben. |
8. De Antichrist.
Wie ontkent dat de Zoon van God als mens op aarde is gekomen of als valse messias zijn plaats probeert in te nemen wordt in de brieven van Johannes de antichist genoemd. Hoewel dit een hele algemene beschrijving is die op veel mensen van toepassing zal zijn wordt de antichrist vaak voorgesteld als een specifiek individu zoals de zoon des verderfs of het beest in openbaringen.
(1 Johannes 2:18)
Kinderkens, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat de antichrist komt, zo zijn ook nu vele antichristen geworden; waaruit wij kennen, dat het de laatste ure is.
(1 Johannes 2:22) Wie is de leugenaar, dan die loochent, dat Jezus is de Christus? Deze is de antichrist, die den Vader en den Zoon loochent. (1 Johannes 4:3) En alle geest, die niet belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, die is uit God niet; maar dit is de geest van den antichrist, welken geest gij gehoord hebt, dat komen zal, en is nu alrede in de wereld. (2 Johannes 1:7) Want er zijn vele verleiders in de wereld gekomen, die niet belijden, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Deze is de verleider en de antichrist. (2 Thessalonicensen 2:3-4) Dat u niemand verleide op enigerlei wijze; want die komt niet, tenzij dat eerst de afval gekomen zij, en dat geopenbaard zij de mens der zonde, de zoon des verderfs; Die zich tegenstelt, en verheft boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt, alzo dat hij in den tempel Gods als een God zal zitten, zichzelven vertonende, dat hij God is. |
9. De 144.000 uitverkorenen
Voordat de engelen aan de slag gaan om de aarde te vernietigen worden er volgens de schrijver van Openbaring uit ieder van de 12 stammen van Israel 12.000 mensen aan hun voorhoofd verzegeld. Behalve het feit dat deze 144.000 goed kunnen zingen blijft de verdere bedoeling van deze verzegeling onduidelijk.
(Openbaring 7:2-4)
En ik zag een anderen engel opkomen van den opgang der zon, hebbende het zegel des levenden Gods; en hij riep met een grote stem tot de vier engelen, welke macht gegeven was de aarde en de zee te beschadigen,
Zeggende: Beschadigt de aarde niet, noch de zee, noch de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods zullen verzegeld hebben aan hun voorhoofden.
En ik hoorde het getal dergenen, die verzegeld waren: honderd vier en veertig duizend waren verzegeld uit alle geslachten der kinderen Israëls.
(Openbaring 14:1-3) En ik zag, en ziet, het Lam stond op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig duizend, hebbende den Naam Zijns Vaders geschreven aan hun voorhoofden. En ik hoorde een stem uit den hemel, als een stem veler wateren, en als een stem van een groten donderslag. En ik hoorde een stem van citerspelers, spelende op hun citers; En zij zongen als een nieuw gezang voor den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd vier en veertig duizend, die van de aarde gekocht waren. |
10. Het getal 666 van het beest
Als het einde nadert gaan demonische machten, in Openbaring uitgebeeld door draak en beest, de mensheid verleiden om zich af te keren van God. Eén van deze machten gaat zijn volgelingen het merkteken 666 geven.
(Openbaring 13:16-17)
En het maakt, dat het aan allen, kleinen en groten, en rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan hun rechterhand of aan hun voorhoofden;
En dat niemand mag kopen of verkopen, dan die dat merkteken heeft, of den naam van het beest, of het getal zijns naams.
Hier is de wijsheid: die het verstand heeft, rekene het getal van het beest; want het is een getal eens mensen, en zijn getal is zeshonderd zes en zestig. |
11. Eindtijd voorspellingen/profetieen
Door de eeuwen heen zijn verdwaalde geesten in de weer geweest om het preciese jaar van de voleinding der wereld te berekenen. Hierbij worden bijbelteksten die met met tussenpozen van honderden jaren zijn geschreven en waartussen geen enkel verband bestaat gecombineerd tot een ogenschijnlijk logische berekening. Hieronder staan enkele voorbeelden van teksten die daarvoor gebruikt kunnen worden.
(Openbaring 13:4-5)
En zij aanbaden den draak, die het beest macht gegeven had; en zij aanbaden het beest, zeggende: Wie is dit beest gelijk? wie kan krijg voeren tegen hetzelve?
En hetzelve werd een mond gegeven, om grote dingen en gods lasteringen te spreken; en hetzelve werd macht gegeven, om zulks te doen, twee en veertig maanden.
(Openbaring 11:2) En laat het voorhof uit, dat van buiten den tempel is, en meet dat niet, want het is den heidenen gegeven; en zij zullen de heilige stad vertreden twee en veertig maanden. (Openbaring 12:6) En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen. (Openbaring 12:13-14) En toen de draak zag, dat hij op de aarde geworpen was, zo heeft hij de vrouw vervolgd, die het manneken gebaard had. En der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang. (Daniel 7:25-26) En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogsten, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds. Daarna zal het gericht zitten, en men zal zijn heerschappij wegnemen, hem verdelgende en verdoende, tot het einde toe. (Daniel 12:7) En ik hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het water van de rivier was, en Hij hief Zijn rechter hand en Zijn linkerhand op naar den hemel, en zwoer bij Dien, Die eeuwiglijk leeft, dat na een bestemden tijd, bestemde tijden, en een helft, en als Hij zal voleind hebben te verstrooien de hand des heiligen volks, al deze dingen voleind zullen worden. (Daniel 8:14) En hij zeide tot mij: Tot twee duizend en driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden. (Daniel 12:11-13) En van dien tijd af, dat het gedurig offer zal weggenomen, en de verwoestende gruwel zal gesteld zijn, zullen zijn duizend tweehonderd en negentig dagen. Welgelukzalig is hij, die verwacht en raakt tot duizend driehonderd vijf en dertig dagen. Maar gij, ga henen tot het einde, want gij zult rusten, en zult opstaan in uw lot, in het einde der dagen. (Daniel 4:23) Dat nu de koning, een wachter, namelijk een heilige gezien heeft, van den hemel afkomende, die zeide: Houwt dezen boom af, en verderft hem; doch laat den stam met zijn wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen band in het tedere gras des velds, en in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en dat zijn deel zij met het gedierte des velds, totdat er zeven tijden over hem voorbijgaan; (Daniel 9:24-25) Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven. Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. |
12. Voorbeeld 1: eindtijd berekening 1844.
Als eerste voorbeeld van hoe zo'n berekening in zijn werk gaat bekijken we de voorspelling van William Miller dat 1844 het jaar zou zijn van de Wederkomst van Jezus.
- Miller begint met het getal 2300 in Daniel 8.
(Daniel 8:14) En hij zeide tot mij: Tot twee duizend en driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden.
- Dan zet hij die 2300 dagen om in jaren met behulp van volgende teksten:
(Numeri 14:34) Naar het getal der dagen, in welke gij dat land verspied hebt, veertig dagen, elken dag voor elk jaar, zult gij uw ongerechtigheden dragen, veertig jaren, en gij zult gewaar worden Mijn afbreking.
Wie een urgente boodschap wil overbrengen kiest in dit geval natuurlijk niet voor (2 Petrus 3:8) waar staat dat "voor de HEERE een dag is als duizend jaren"
(Ezechiel 4:6) Als gij nu deze voleinden zult, lig ten anderen male neder op uw rechterzijde, en gij zult de ongerechtigheid van het huis van Juda dragen veertig dagen; Ik heb u gegeven elken dag voor elk jaar.
- Nu moet er nog een begin jaar gevonden worden. Daarvoor gebruikt Miller Daniel 9:24-25 waarin de wederopbouw van Jerusalem wordt genoemd.
(Daniel 9:24-25) Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en den profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven. Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.
- Als een jaartal voor de wederopbouw van Jerusalem neemt hij het 7e jaar van de regering van Arthahsasta omdat in dat jaar Ezra toestemming krijgt om terug te keren naar Israel om Jerusalem en de tempel weer op te bouwen.
Dit is het jaar 457 voor Christus.(Ezra 7:7) Ook sommigen van de kinderen Israëls, en van de priesteren en de Levieten, en de zangers, en de poortiers, en de Nethinim, togen op naar Jeruzalem, in het zevende jaar van den koning Arthahsasta.
- Dat 457 voor Christus het correcte jaar moet zijn blijkt uit het feit dat als we de 69 weken uit Daniel 9 volgens de gebruikelijke methode omrekenen naar jaren we het getal 483 krijgen.
Nemen we nu 483 jaar na 457 voor Christus dan krijgen we het jaar 27 AD wat om en nabij het jaar was waarin Jezus begon te prediken. Kan geen toeval zijn natuurlijk.
(Daniel 9:24-25) Weet dan, en versta: van den uitgang des woords, om te doen wederkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, den Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen wederom gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden.
-
Nemen we 2300 jaar na 457 voor Christus dan krijgen we het jaar 1844 dus in dat jaar werd de wederkomst verwacht.
13. Voorbeeld 2: eindtijd berekening 1914.
Als tweede voorbeeld bekijken we waarom Jehova's Getuigen denken dat het jaar 1914 een speciale betekenis heeft. Dit is volgens de Jehova's Getuigen het jaar dat "Gods Koninkrijk in de hemel werd opgericht". Tevens werd in dat jaar de organisatie van de de Jehova's Getuigen door God aangewezen als de enige juiste vertegenwoordiger van dit koninkrijk op aarde.
- Neem het jaar 607 voor Christus waarin de Babyloniers Jerusalem veroverden als begindatum.
(dat is volgens historici niet correct maar laten we een goed verhaal niet doodchecken.)
- Probeer te achterhalen hoelang "tijd der heidenen" uit Lukas 21:24 gaat duren.
(Lukas 21:24) En zij zullen vallen door de scherpte des zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden onder alle volken; en Jeruzalem zal van de heidenen vertreden worden, totdat de tijden der heidenen vervuld zullen zijn.
- Als we aannemen dat de boom uit Daniel 4 niet alleen koning Nebukadnezar symboliseert maar ook de toestand van
Jerusalem dan gaat de "tijd der heidenen" dus "zeven tijden" duren.
(Daniel 4:23) Dat nu de koning, een wachter, namelijk een heilige gezien heeft, van den hemel afkomende, die zeide: Houwt dezen boom af, en verderft hem; doch laat den stam met zijn wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen band in het tedere gras des velds, en in de dauw des hemels nat gemaakt worden, en dat zijn deel zij met het gedierte des velds, totdat er zeven tijden over hem voorbijgaan;
- Als we aannemen dat "tijd, tijden en halve tijd" gelijk is aan 3,5 tijden dan zouden we uit Openbaring 12 kunnen concluderen
dat 3,5 tijden gelijk is aan 1260 dagen en moet 7 tijden dus gelijk zijn aan 2 x 1260 = 2520 dagen.
(Openbaring 12:6) En de vrouw vluchtte in de woestijn, alwaar zij een plaats had, haar van God bereid, opdat zij haar aldaar zouden voeden duizend tweehonderd zestig dagen.
(Openbaring 12:14) En der vrouwe zijn gegeven twee vleugelen eens groten arends, opdat zij zou vliegen in de woestijn, in haar plaats, alwaar zij gevoed wordt een tijd, en tijden, en een halven tijd, buiten het gezicht der slang. - Zet die 2520 dagen om in jaren met behulp van
(Numeri 14:34) en (Ezechiel 4:6).
- Tel 2520 jaren vanaf 607 voor Christus en je komt uit op het jaar 1914.