De Vrouw.

Alle vrouwen worden gestraft voor de zonde van Eva en worden onder de heerschappij van de man gesteld.

(Genesis 3:16) Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben.

Hier wordt de vrouw op één lijn gesteld met slaven en vee. Dat de vrouw zelf ook in staat zou zijn iets te begeren komt bij deze wetgever niet op.

(Exodus 20:17) Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets, dat uws naasten is.

Een oprechte man is nog wel te vinden, al is het maar één uit duizend, maar een oprechte vrouw vindt je niet. 

(Prediker 7:26-28) En ik vond een bitterder ding, dan de dood: een vrouw, welker hart netten en garen, en haar handen banden zijn; wie goed is voor Gods aangezicht, zal van haar ontkomen; daarentegen de zondaar zal van haar gevangen worden.  Ziet, dit heb ik gevonden, zegt de prediker, het ene bij het andere, om de sluitrede te vinden; Dewelke mijn ziel nog zoekt, maar ik heb haar niet gevonden: een man uit duizend heb ik gevonden; maar een vrouw onder die allen heb ik niet gevonden.

Waarschuwingen tegen vreemde vrouwen en prostituees

(Spreuken 2:16) Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit;
(Spreuken 5:3-5) Want de lippen der vreemde vrouw druppen honigzeem, en haar gehemelte is gladder dan olie. Maar het laatste van haar is bitter als alsem, scherp als een tweesnijdend zwaard. Haar voeten dalen naar den dood, haar treden houden de hel vast.
(Spreuken 7:5) Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit.
(Spreuken 22:14) De mond der vreemde vrouwen is een diepe gracht; op welken de HEERE vergramd is, zal daarin vallen.
(Spreuken 23:27-28) Want een hoer is een diepe gracht, en een vreemde vrouw is een enge put. Ook loert zij als een rover; en zij vermenigvuldigt de trouwelozen onder de mensen.

Als een vrouw een gelofte heeft gedaan of een eed heeft gezworen kan deze teniet worden gedaan door haar vader of door haar echtgenoot indien zij getrouwd is. Dit alles met de goedkeuring van de Heere.

(Numeri 30:6-8) Doch indien zij immers een man heeft, en haar geloften op haar zijn, of de uitspraak harer lippen, waarmede zij haar ziel verbonden heeft; En haar man dat gehoord, en tegen haar stil zal gezwegen hebben, dat niet brekende; zo zullen al haar geloften bestaan, mitsgaders alle verbintenis, waarmede zij haar ziel verbonden heeft, zal bestaan. Maar indien haar man die dingen ganselijk te niet maakt, ten dage als hij het hoort, niets van al wat uit haar lippen gegaan is, van haar gelofte, en van de verbintenis harer ziel, zal bestaan; haar man heeft ze te niet gemaakt, en de HEERE zal het haar vergeven.

Als er zich een mooie vrouw onder de krijgsgevangenen bevindt mag men deze mee naar huis nemen haar om uit te proberen. Mocht ze niet bevallen dan moet men haar de vrijheid teruggeven.

(Deuteronomium 21:11-14) En gij onder de gevangenen zult zien een vrouw, schoon van gedaante, en gij lust tot haar gekregen zult hebben, dat gij ze u ter vrouwe neemt; Zo zult gij haar binnen in uw huis brengen; en zij zal haar hoofd scheren, en haar nagelen besnijden. En zij zal het kleed harer gevangenis van zich afleggen, en in uw huis zitten, en haar vader en haar moeder een maand lang bewenen; en daarna zult gij tot haar ingaan, en haar man zijn, en zij zal u ter vrouwe zijn. En het zal geschieden, indien gij geen behagen in haar hebt, dat gij haar zult laten gaan naar haar begeerte;

Hier gebied God alle kinderen te doden behalve de meisjes die nog maagd zijn, die mogen de Israelieten voor zichzelf houden. 

(Numeri 31:17) Nu dan, doodt al wat mannelijk is onder de kinderkens; en doodt alle vrouw, die door bijligging des mans een man bekend heeft. Doch al de kinderen van vrouwelijk geslacht, die de bijligging des mans niet bekend hebben, laat voor ulieden leven.

God geeft aan David de vrouwen van Saul cadeau.

(2 Samuel 12:7-8) Toen zeide Nathan tot David: Gij zijt die man! Zo zegt de HEERE, de God Israëls: Ik heb u ten koning gezalfd over Israël, en Ik heb u uit Sauls hand gered; En Ik heb u uws heren huis gegeven, daartoe uws heren vrouwen in uw schoot, ja, Ik heb u het huis van Israël en Juda gegeven; en indien het weinig is, Ik zou u alzulks en alzulks daartoe doen.

God laat als straf voor een man zijn vrouwen verkrachten door de buren. Ook het verkrachten van de vrouwen van een complete stad is onderdeel van Gods gericht.

(2 Samuel 12:11) Zo zegt de HEERE: Zie, Ik zal kwaad over u verwekken uit uw huis, en zal uw vrouwen nemen voor uw ogen, en zal haar aan uw naaste geven; die zal bij uw vrouwen liggen, voor de ogen dezer zon.
(Zacharia 14:2) Want Ik zal alle heidenen tegen Jeruzalem ten strijde verzamelen; en de stad zal ingenomen, en de huizen zullen geplunderd, en de vrouwen zullen geschonden worden;

Een vader kan zijn dochter verkopen als slavin.

(Exodus 21:7) Wanneer nu iemand zijn dochter zal verkocht hebben tot een dienstmaagd, zo zal zij niet uitgaan, gelijk de knechten uitgaan..

Vrouwen in rol van verleidster, samenzweerster, bedriegster of verraadster.

(Genesis 3:6) Eva gaf Adam te eten van de verboden vrucht.
(Genesis 19:31) De dochters van Lot voeren hun vader dronken en hebben seks met hem.
(Genesis 27:6) Rebekka haalt Jakob over zich voor te doen als Ezau. 
(Genesis 38:13) Thamar verleidt haar schoonvader Juda om voor nageslacht te zorgen.
(Genesis 39:7) De vrouw van Potifar probeert Josef te verleiden.
(Job 2:9) De vrouw van Job wil hem God laten verloochenen.
(Richteren 14:16) De vrouw van Simson verraadt het antwoord op zijn raadsel.
(Richteren 16:6) Delila verraadt het geheim van Simsons kracht.
(1 Koningen 11:4) De vrouwen van Salomo krijgen de schuld van zijn afvalligheid.
(1 Koningen 21:25) Isebel brengt koning Achab op het verkeerde pad.
(Esther 2:17) Esther redt haar volk door de koning te verleiden.
(Ruth 3:3) Ruth verleidt op aanraden van haar schoonmoeder Boaz.
(Mattheus 14:8) Dochter eist op aanraden van moeder als beloning voor een dansje het hoofd van Johannes de doper op een schotel.

Vrouwen en kinderen worden gezien als bezit waarover de man naar eigen inzicht kan beschikken. Als de bevolking van Sodom en Ghomorra de uitlevering van twee bezoekers van Lot vragen om gemeenschap met hen te hebben, stelt deze voor om in plaats van zijn gasten zijn eigen maagdelijke dochters ter beschikking te stellen.

(Genesis 19:8) Ziet toch, ik heb twee dochters, die geen man bekend hebben; ik zal haar nu tot u uitbrengen, en doet haar, zoals het goed is in uw ogen; alleenlijk doet dezen mannen niets; 
Dat de Bijbel zulk afkeurenswaardig gedrag niet veroordeelt blijkt uit de volgende tekst waar Lot wordt beschreven als een rechtvaardig man.
(2 Petrus 2:7-8) En den rechtvaardigen Lot, die vermoeid was van den ontuchtigen wandel der gruwelijke mensen, daaruit verlost heeft; (Want deze rechtvaardige man, wonende onder hen, heeft dag op dag zijn rechtvaardige ziel gekweld, door het zien en horen van hun ongerechtige werken);

Een soortgelijk verhaal, zij het nog absurder en gruwelijker is te vinden in Richteren 19. Ook hier vragen de mannen van een stad de uitlevering van een mannelijke bezoeker om gemeenschap met hem te hebben.     

(Richteren 19:22) Toen zij nu hun hart vrolijk maakten, ziet, zo omringden de mannen van die stad (mannen, die Belials kinderen waren) het huis, kloppende op de deur; en zij spraken tot den ouden man, den heer des huizes, zeggende: Breng den man, die in uw huis gekomen is, uit, opdat wij hem bekennen. 
Natuurlijk weigert de gastheer dit en stelt voor dat zijn maagdelijke dochter en het bijwijf van de gast zijn plaats innemen
(Richteren 19:23-24) En de man, de heer des huizes, ging tot hen uit, en zeide tot hen: Niet, mijn broeders, doet toch zo kwalijk niet; naardien deze man in mijn huis gekomen is, zo doet zulke dwaasheid niet.  Ziet, mijn dochter die maagd is, en zijn bijwijf, die zal ik nu uitbrengen, dat gij die schendt, en haar doet, wat goed is in uw ogen; maar doet aan dezen man zulk een dwaas ding niet.
Als de mannen blijven aandringen gooit de bezoeker zijn bijwijf naar buiten waarna de mannen haar de hele nacht misbruiken.
(Richteren 19:25) Maar de mannen wilden naar hem niet horen. Toen greep de man zijn bijwijf, en bracht haar uit tot hen daarbuiten; en zij bekenden haar, en waren met haar bezig den gansen nacht tot aan den morgen, en lieten haar gaan, als de dageraad oprees.
Als zij 's morgens dood voor de deur ligt snijdt hij haar in twaalf stukken.
(Richteren 19:29) Als hij nu in zijn huis kwam, zo nam hij een mes, en greep zijn bijwijf, en deelde haar met haar beenderen in twaalf stukken; en hij zond ze in alle landpalen van Israel.

De man is superieur aan de vrouw en zoals God zich verhoudt tot de mens zo verhoudt de man zich tot de vrouw.

(1 Korinthiers 11:3-9) Doch ik wil, dat gij weet, dat Christus het Hoofd is eens iegelijken mans, en de man het hoofd der vrouw, en God het Hoofd van Christus.......................Want de man is uit de vrouw niet, maar de vrouw is uit den man. Want ook is de man niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om den man.
(Efeziers 5:22-23) Gij vrouwen, weest aan uw eigen mannen onderdanig, gelijk aan den Heere; 23 Want de man is het hoofd der vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd der Gemeente is; en Hij is de Behouder des lichaams.

De man is de heerlijkheid Gods en de vrouw is de heerlijkheid van de man.

(1 Korinthiers 11:7) Want de man moet het hoofd niet dekken, overmits hij het beeld en de heerlijkheid Gods is; maar de vrouw is de heerlijkheid des mans.

Ook in de kerk is er geen rol voor de vrouw weggelegd. Vrouwen dienen te zwijgen en zich te onderwerpen.

(1 Korinthiers 14:34) Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt. En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken.

De vrouw mag niet onderwijzen of over de man heersen omdat Eva in overtreding is geweest.

(1 Timotheus 2:12-14) Doch ik laat de vrouw niet toe, dat zij lere, noch over den man heerse, maar wil, dat zij in stilheid zij. Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva. En Adam is niet verleid geworden; maar de vrouw, verleid zijnde, is in overtreding geweest.

En nog veel meer vrouwonvriendelijkheid.....

(Exodus 22:18)  Heksen dienen gedood te worden.
(Leviticus 12:1-14) Kraamvrouw met zoon 7 dagen onrein.
(Leviticus 12:4-7) Kraamvrouw met dochter 14 dagen onrein.
(Leviticus 15:19-23) Menstruerende vrouwen zijn onrein. 
(Numeri 5:13-31) Mishandeling van overspelige vrouwen.
(Numeri 31:9) Vrouwen en kinderen als oorlogsbuit.
(Deut. 20:14) Vrouwen en kinderen als oorlogsbuit.
(Deut. 22:13-21) Barbaarse maagdelijkheids regels.
(Deut. 22:23-24) Doodstraf voor sex met maagd.
(Deut. 22:28-29) Maagd dient met aanrander te trouwen
(Deut. 24:1) Man kan vrouw wegsturen, andersom niet.
(Deut. 25:11-12) Vrouw grijpt penis? hand eraf!!!!
(Richteren 21:12) Maagden als oorlogsbuit.
(Job 14:4) Wie zal een reine geven uit den onreine?
(Jesaja 3:16-17) Schurftige schedels en ontblote geslachtsdelen.
(Jesaja 3:16) Vrouwen worden verkracht als straf
(Kolossensen 3:18) Vrouwen moeten onderdanig zijn.
(1 Timotheus 2:9) Vrouwen dienen zich bescheiden te kleden.
Pas op voor kijvende vrouwen

Conclusie: de Bijbel zet vrouwen neer als rechteloze, onreine en niet te vertrouwen wezens die zich in alles moeten onderwerpen aan de man. Vanuit bijbels oogpunt is het dan ook ondenkbaar dat de vrouw ook maar enige rol van betekenis in gemeente of kerk zou spelen.

Lees verder:   Abortus in de Bijbel